Nadat de leliebollen gerooid en gespoeld zijn moeten ze klaar gemaakt worden voor de verkoop. Leliebollen verkoop je in allerlei verschillende maten, waarin ze worden gesorteerd. Daarnaast moeten de overige stengels van de leliebollen worden verwijderd en moeten ze worden gecontroleerd op ziektes en beschadigingen. 

De leliebollen zitten in kisten na het spoelen. Deze kisten worden geleegd in een stortbunker die de bollen gelijkmatig aanvoert naar de verwerkingslijn. Op de verwerkingslijn worden eerst de overige stengels van de leliebollen verwijderd door medewerkers. Als alle stengels van de leliebollen zijn verwijderd worden de leliebollen door middel van een weegteller op maat gesorteerd. Een weegteller is een apparaat die de leliebollen in bakken stopt en elke bol op gewicht sorteert en op een transportband legt, zodat de maten goed van elkaar zijn gescheiden. Op het moment dat de bollen gesorteerd zijn op maat moet de kwaliteit van de bollen worden gecontroleerd. Dit doen medewerkers door alle leliebollen goed te bekijken en de verkeerde bollen te verwijderen uit het proces. Als alle leliebollen goed zijn gecontroleerd worden ze geteld en in de juiste bakken van de koper gestop.

 

 

Nadat de leliebollen zijn gerooid moet de laatste grond van de leliebollen worden verwijderd. Dit gebeurt door middel van een spoelinstallatie. De trekkers met aanhangwagens vol met leliebollen komen het erf op rijden bij Maatschap Joling. Deze aanhangwagens worden leeg gemaakt voor een stortbak welke de leliebollen en grond omhoog transporteert naar een zeef. Deze zeef haalt de meeste grond tussen de leliebollen weg waarna de trekker en aanhanger deze gezeefde grond weer mee terug neemt naar de lelievelden waar gerooid wordt. De leliebollen die over de zeef zijn geweest vallen in een grote bak met water die de bollen schoon maakt en de bollen door middel van stuwing in het water weer op een transportband plaatst. Op dezelfde manier vallen de bollen nog een keer in een bak met water en komen weer terecht op een transportband die de bollen vervoert naar een aquagrader. Een aquagrader is een machine de leliebollen sorteerd in verkoopbare bollen en in plantgoed voor het volgende seizoen. Hij sorteert de bollen dus in kleine en grote bollen en knipt overtollige wortels van de bollen af. Waarna de leliebollen via een transportband in een kist vallen. De kisten worden voorzien van een label met gegevens van de leliebollen en worden voor blaaswanden geplaatst. 

 

Gedurende de lelieteelt is de lelie water nodig. Tijdens de lelieteelt word daarom beregend in droge periodes. Alle planten hebben een aantal basisbehoeften die belangrijk zijn voor de plant. Water is één van deze basisbehoeften en is bij het telen van lelies een belangrijk element om te controleren. Voornamelijk voor en na de bloei zijn de lelies veel water nodig. Tijdens de lelieteelt wordt het vochtgehalte in de grond goed in de gaten gehouden om te zorgen dat de plant geen water tekort komt en optimaal kan groeien.

Maatschap Joling rooit zijn lelies vanaf half augustus tot aan kerst. Voor het rooien moeten de leliebollen eerst goed zijn afgestorven. Een leliebol is goed afgestorven op het moment dat de stengel los begint te zitten van de leliebol. Als de bollen goed genoeg zijn afgestorven begint Maatshap Joling zijn leliebollen te rooien. 

Eerst moet het overige gewas worden verwijderd. Dit gebeurt met een apparaat wat voorop de rooimachine hangt. Dit apparaat wordt een afslagapparaat genoemd. Deze slaat de bovenste laag grond en gewasresten van de leliebollen af. Op het moment dat de gewasresten goed zijn verwijderd worden de leliebollen gerooid met een machine die een plaat onder de wortels van de leliebollen doordrukt en de grond en leliebollen dan geleidelijk omhoog transporteert en de bollen met grond in een aanhangwagen legt. In de weg omhoog wordt zoveel mogelijk zand tussen de leliebollen weggezeefd zonder de leliebollen te beschadigen. Op het moment dat de trekker en aanhanger vol zijn gerooid wordt er even gestopt met rooien. Op het moment dat een nieuwe trekker en aanhangwagen zich onder de rooimachine hebben geplaatst wordt er weer begonnen met lelies rooien.

De lelies die Maatschap Joling produceerd worden geëxporteerd over de hele wereld. Sommige landen willen bepaalde virussen van planten niet binnen hun grenzen hebben, daarom worden alle lelies gecontroleerd op deze virussen door de bloembollenkeuringsdienst. Deze controleert of de planten niet te veel virussen bevatten voor export. Maatschap joling probeert door hun partijen te selecteren op virus, de virusgehaltes laag genoeg te houden zodat deze goed gekeurd worden voor export. Dit wordt gedaan doordat medewerkers door de lelievelden lopen en de lelies met symptomen uit het veld verwijderen.