Maatschap Joling rooit zijn lelies vanaf half augustus tot aan kerst. Voor het rooien moeten de leliebollen eerst goed zijn afgestorven. Een leliebol is goed afgestorven op het moment dat de stengel los begint te zitten van de leliebol. Als de bollen goed genoeg zijn afgestorven begint Maatshap Joling zijn leliebollen te rooien. 

Eerst moet het overige gewas worden verwijderd. Dit gebeurt met een apparaat wat voorop de rooimachine hangt. Dit apparaat wordt een afslagapparaat genoemd. Deze slaat de bovenste laag grond en gewasresten van de leliebollen af. Op het moment dat de gewasresten goed zijn verwijderd worden de leliebollen gerooid met een machine die een plaat onder de wortels van de leliebollen doordrukt en de grond en leliebollen dan geleidelijk omhoog transporteert en de bollen met grond in een aanhangwagen legt. In de weg omhoog wordt zoveel mogelijk zand tussen de leliebollen weggezeefd zonder de leliebollen te beschadigen. Op het moment dat de trekker en aanhanger vol zijn gerooid wordt er even gestopt met rooien. Op het moment dat een nieuwe trekker en aanhangwagen zich onder de rooimachine hebben geplaatst wordt er weer begonnen met lelies rooien.